Als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bijdragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.
De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.
De Afdeling Advisering van de Raad van State is belast met het onafhankelijk toezicht op de naleving van de (Europese) begrotingsregels, als bedoeld in het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur (VSCB) en artikel 5 van Verordening (EU) 473/2013.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie. (Comptabiliteitswet 2016, artikel 4.4 lid 4).
Afdeling advisering
Taak van de Afdeling advisering is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen adviesaanvragen. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid zijn daarbij belangrijke kernbegrippen.
In de onderstaande tabel zijn de realisaties voor de jaren 2017– 2020 weergegeven. Voor het jaar 2020 is een vergelijking gemaakt tussen ontwerpbegroting en de realisatie (afgedaan).
Realisatie | Vastgestelde begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 | |
Instroom | 416 | 410 | 427 | 508 | 400 |
Afhandeling | 442 | 392 | 420 | 485 | 400 |
De aantallen instroom en afhandeling voor het jaar 2020 zijn hoger dan de voorgaande jaren. Een hogere instroom van adviesaanvragen is in een jaar voorafgaande aan een verkiezingsjaar gebruikelijk.
De in de ontwerpbegroting opgenomen aantallen voor instroom en afhandeling zijn, mede door de afhankelijkheid van externe factoren, indicatief.
Afdeling bestuursrechtspraak
Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid en bruikbare rechtsvorming zijn daarbij belangrijke aspecten.
De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit drie kamers: de Omgevingskamer, de Algemene kamer en de Vreemdelingenkamer.
In de onderstaande tabel is de realisatie van de afhandeling van zaken door de Afdeling bestuursrechtspraak weergegeven. De gemiddelde doorlooptijden van alle afdoeningen (hoofdzaken en Voorlopige Voorzieningen) zijn weergegeven.
Norm doorlooptijd | Realisatie 2020 gemiddelde doorlooptijd | Realisatie 2019 gemiddelde doorlooptijd | |
---|---|---|---|
Omgevingskamer | 52 | 33 | 48 |
Algemene kamer | 40 | 40 | 34 |
Vreemdelingenkamer | 23 | 12 | 11 |
Totaal bestuursrechtspraak | 21 | 21 |
De in de ontwerpbegroting opgenomen instroomverwachtingen van de Omgevingskamer en de Algemene kamer zijn gebaseerd op ervaringsgegevens en een verondersteld ongewijzigd beleid bij de wetgever en de bestuursorganen. De veronderstellingen van de instroom en de uitstroom van hoger beroepen van vreemdelingen wordt doorgaans in de maand november voorafgaand aan het uitvoeringsjaar in het overleg van de partners in de vreemdelingenketen vastgesteld. De verwerking van de budgettaire gevolgen van deze actualisatie vindt plaats bij gelegenheid van de Voorjaarnota en in de suppletoire begrotingen.
De rechtspraak is na de uitbraak van Covid-19 aangewezen als onderdeel van de vitale infrastructuur van Nederland. Met inachtneming van de geldende maatregelen is de Afdeling bestuursrechtspraak blijven functioneren.
In 2020 was vooral binnen de Algemene kamer en de Vreemdelingenkamer aantal ingekomen zaken lager dan de prognose. In beide kamers was het aantal afgedane zaken hoger dan het aantal ingekomen zaken, zodat de aantallen onderhanden werk zijn teruggelopen.
De Afdeling bestuursrechtspraak is na de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de rechtbanken de laatste schakel in de vreemdelingenketen. De instroom van zaken binnen de Vreemdelingenkamer is grotendeels de uitkomst van de instroom, doorstroom en uitstroom bij de genoemde ketenpartners. In 2020 was de instroom van zaken lager dan het in de ontwerpbegroting vermelde aantal.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 | 2020 | |
Verplichtingen | 58.906 | 54.691 | 63.633 | 67.900 | 78.389 | 67.034 | 11.355 |
Uitgaven | 57.616 | 56.173 | 60.428 | 65.394 | 72.711 | 67.034 | 5.677 |
Institutionele inrichting | |||||||
Advisering | 7.375 | 7.519 | 5.193 | 6.084 | 6.960 | 6.545 | 415 |
Bestuursrechtspraak | 50.241 | 24.832 | 28.598 | 31.475 | 32.422 | 37.286 | ‒ 4.864 |
Raad van State gemeenschappelijke diensten | 0 | 23.822 | 26.637 | 27.835 | 33.329 | 23.203 | 10.126 |
Ontvangsten | 1.725 | 1.899 | 1.704 | 1.557 | 1.280 | 1.950 | ‒ 670 |
2020 | |
---|---|
Totaal apparaat | 72.711 |
waarvan personeel | 61.253 |
Eigen personeel | 52.756 |
Externe inhuur | 5.904 |
Overig personeel | 2.593 |
waarvan materieel | 11.458 |
Uitgaven
Advisering
Bij gelegenheid van de 1e suppletoire begroting is de raming van het artikelonderdeel Advisering verhoogd. Deze verhoging betrof de toevoeging van begrotingsgelden bestemd voor de uitvoering van de nieuwe taak uit hoofde van de Klimaatwet (kamerstukken II, 2019/20 34534).
Binnen het artikelonderdeel zijn de gerealiseerde personele uitgaven voor het jaar 2020 hoger dan die in het jaar daarvoor. Gedurende 2019 is een relatief hoog aantal lastig te vervullen vacatures (ambtelijke capaciteit) met succes vervuld, hetgeen in combinatie met de CAO-stijgingen per januari en juli 2020 in de begrotingsuitvoering 2020 tot hogere personele uitgaven heeft geleid. Daarnaast zijn gedurende geheel 2020 ten behoeve van de nieuwe taak uit hoofde van de Klimaatwet voorbereidings- en uitvoeringskosten gemaakt.
Bestuursrechtspraak
Bij gelegenheid van de 1e suppletoire begroting is de uitgavenraming van het artikelonderdeel Bestuursrechtspraak verhoogd. Deze verhoging was het gevolg van een opwaartse bijstelling van de instroom- en productieraming in het Hoger Beroep Vreemdelingen. Bij gelegenheid van de 2e suppletoire begroting is het bedrag van de loon- en prijscompensatie aan de raming toegevoegd.
De ambtelijke capaciteit die beschikbaar is voor de bestuursrechtspraak is, in vergelijking met het jaar 2019, licht gegroeid. In combinatie met de CAO-stijgingen zijn de aan bestuursrechtspraak toe te rekenen personele uitgaven navenant gestegen.
Raad van State gemeenschappelijke diensten
De in 2020 gerealiseerde uitgaven zijn als gevolg van een aantal projecten op het vlak van de bedrijfsvoering en als gevolg van gestegen inhuur van externe capaciteit en aanschaffingen op het vlak van IT ontwikkeling en beheer hoger dan de realisatie 2019. Tot de aanschaffingen behoren de incidentele uitgaven die gemaakt zijn ten behoeve van de verbetering en beveiliging van het thuiswerken.
De beschikbare begrotingsgelden voor het programma digitaal procederen zijn in 2020 vrijwel volledig besteed.
Ontvangsten
De ontvangsten uit hoofde van de griffierechten vallen als gevolg van bovengenoemde ontwikkelingen met € 0,7 mln. lager uit dan begroot.