Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) | Mutaties suppletoire begroting september(2) | Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2) | |
---|---|---|---|
Verplichtingen | 25.904.549 | ‒ 10.314.560 | 15.589.989 |
Uitgaven | 5.564.451 | ‒ 1.362.445 | 4.202.006 |
Subsidies (regelingen) | 4.425.834 | ‒ 1.332.149 | 3.093.685 |
Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) | 58.534 | 880 | 59.414 |
Hernieuwbare Energietransitie (HER+) | 26.214 | ‒ 795 | 25.419 |
Energie-efficiency | 1.256 | ‒ 272 | 984 |
Green Deals | 43 | 13 | 56 |
Demonstratieregeling Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) | 91.776 | ‒ 27.290 | 64.486 |
Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS) | 2.728 | ‒ 56 | 2.672 |
Projecten Klimaat en Energieakkoord | 11.016 | ‒ 8.276 | 2.740 |
SDE | 269.500 | 0 | 269.500 |
SDE+ | 671.476 | ‒ 4.530 | 666.946 |
SDE++ | 532.965 | 0 | 532.965 |
Aardwarmte | 37.500 | 1.093 | 38.593 |
ISDE-regeling | 703.790 | ‒ 203.433 | 500.357 |
Carbon Capture Storage (CCS) | 4.450 | 60 | 4.510 |
Hoge Flux Reactor | 5.440 | 170 | 5.610 |
Caribisch Nederland | 19.622 | ‒ 1.829 | 17.793 |
Overige subsidies | 107.489 | ‒ 74.850 | 32.639 |
Opschalingsinstrument waterstof | 410.250 | ‒ 357.850 | 52.400 |
Maatregelen voor CO2-reductie | 615 | 0 | 615 |
Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) | 500 | ‒ 198 | 302 |
IPCEI waterstof | 438.608 | ‒ 438.431 | 177 |
Vulmaatregelen gasopslag | 100.400 | 4.346 | 104.746 |
MIEK | 7.408 | ‒ 2.124 | 5.284 |
Schadeafhandeling mijnbouw Limburg | 3.528 | 0 | 3.528 |
Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) | 17.599 | ‒ 11.499 | 6.100 |
NGF-project NieuweWarmteNu! | 35.551 | 0 | 35.551 |
Tegemoetkoming energieprijzen 2022 | 1.000 | 0 | 1.000 |
Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023 | 300.000 | ‒ 75.664 | 224.336 |
Compensatie aanbestedende diensten SEFE-contracten | 60.000 | ‒ 147 | 59.853 |
Tegemoetkoming blokaansluitingen | 245.830 | ‒ 19.950 | 225.880 |
Investeringen waterstofbackbone | 34.410 | ‒ 659 | 33.751 |
NGF - project Circulaire zonnepanelen | 135.000 | ‒ 113.232 | 21.768 |
Geothermie (Klimaatfonds) | 3.000 | ‒ 3.000 | 0 |
Ondersteuning energiehubs | 47.636 | ‒ 47.636 | 0 |
Kwaliteitsbudget energieprojecten | 14.700 | 0 | 14.700 |
Subsidie project Djewels | 26.000 | 0 | 26.000 |
Correctieregeling duurzame warmte | 0 | 31.130 | 31.130 |
Efficiëntere benutting elektriciteitsnetten | 0 | 21.880 | 21.880 |
Leningen | 24.000 | 370 | 24.370 |
Lening EBN | 24.000 | 0 | 24.000 |
Lening InvestNL | 0 | 370 | 370 |
Opdrachten | 149.204 | ‒ 44.473 | 104.731 |
Onderzoek mijnbouwbodembeweging | 5.441 | ‒ 1.002 | 4.439 |
SodM onderzoek | 2.183 | 64 | 2.247 |
Uitvoeringsagenda klimaat | 473 | ‒ 368 | 105 |
Klimaat mondiaal | 1.280 | ‒ 394 | 886 |
Onderzoek en opdrachten | 86.138 | ‒ 69.200 | 16.938 |
Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER) | 26.189 | ‒ 17.293 | 8.896 |
Energiehulp Oekraïne | 27.500 | 2.000 | 29.500 |
Projecten Kernenergie | 0 | 41.720 | 41.720 |
Bijdrage aan agentschappen | 146.973 | 29.513 | 176.486 |
Bijdrage RVO.nl | 109.324 | 36.856 | 146.180 |
Bijdrage RDI | 9.041 | ‒ 1.206 | 7.835 |
Bijdrage NEa | 21.003 | ‒ 4.899 | 16.104 |
Bijdrage KNMI | 2.843 | ‒ 51 | 2.792 |
Bijdrage NVWA | 968 | 50 | 1.018 |
Bijdrage RIVM | 1.008 | ‒ 921 | 87 |
Bijdrage RWS | 2.786 | ‒ 316 | 2.470 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 162.247 | 6.930 | 169.177 |
Doorsluis COVA-heffing | 111.000 | 0 | 111.000 |
TNO kerndepartement | 49.170 | 6.822 | 55.992 |
TNO SodM | 2.077 | 108 | 2.185 |
Bijdrage aan medeoverheden | 616.002 | ‒ 19.464 | 596.538 |
Uitkoopregeling | 1.055 | 0 | 1.055 |
Regeling toezicht energiebesparingsplicht | 16.360 | ‒ 2.750 | 13.610 |
Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden | 598.587 | ‒ 16.714 | 581.873 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 40.191 | ‒ 3.172 | 37.019 |
Nuclear Research Group (NRG) | 20.004 | 195 | 20.199 |
Internationale contributies | 17.756 | ‒ 1.075 | 16.681 |
PBL Rekenmeesterfunctie | 2431 | ‒ 2.292 | 139 |
Ontvangsten | 2.297.476 | 288.878 | 2.586.354 |
Ontvangsten COVA | 111.000 | 0 | 111000 |
Opbrengst heffing ODE (SDE++) | 5.000 | 0 | 5.000 |
Ontvangsten zoutwinning | 2.511 | 0 | 2.511 |
Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie | 1.105.508 | 113.021 | 1.218.529 |
ETS-ontvangsten | 850.000 | 50.000 | 900.000 |
Diverse ontvangsten | 223.457 | 65.000 | 288.457 |
Opbrengsten tenders Wind op Zee | 0 | 60.857 | 60.857 |
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) | Mutaties suppletoire begroting september(2) | Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2) | |
---|---|---|---|
Verplichtingen | 25.904.549 | ‒ 10.314.560 | 15.589.989 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 25.904.549 | ‒ 10.314.560 | 15.589.989 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt per saldo met € 10,3 mld verlaagd. Dit saldo is het resultaat van verschillende verhogingen en verlagingen van verplichtingenbudgetten. Met name een verplichtingenschuif voor de SDE ++ speelt hierbij een rol (€ 8,5 mld).
Ophogingen (groter dan € 10 mln):
– Bijdrage RVO (€ 36,9 mln): omdat er tekort is op het budget voor de uitvoeringskosten van de diverse RVO-regelingen zijn zowel het kas- als verplichtingenbudget opgehoogd door dekking uit de beleidsbudgetten waar sprake is van hogere uitvoeringskosten in 2024.
– TNO kerndepartement (€ 15,5 mln): er zijn verschillende mutaties geweest op deze post. De grootste hiervan is een toevoeging van € 9,6 mln aan verplichtingenruimte vanuit het budget voor aardwarmte om een opdracht te kunnen verstrekken aan TNO-AGE.
– Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden (€ 117,6 mln): er zijn meerdere mutaties geweest op dit budget. De grootste is een verplichtingenschuif voor de gebiedsinvesteringen bij aanlandingslocaties van € 160 mln van latere jaren naar 2024. Daarnaast is er een schuif geweest naar 2025 om ruimte te creëren voor een bijdrage in dat jaar aan het BTW-compensatiefonds (€ 12,3 mln). Tot slot zijn er verschillende overhevelingen gedaan naar o.a. het BTW-compensatiefonds (€ 29,1 mln), BZK (€ 10 mln) en IenW (€ 13,0 mln). Verder is er € 30,1 mln toegevoegd aan het budget voor loon- en prijsbijstelling. Overige mutaties verklaren het resterende verschil.
Verlagingen (groter dan € 10 mln):
– SDE + (€ 89,2 mln): er zijn diverse mutaties op het SDE-domein geweest. Het gros wordt verklaard door verplichtingenschuiven op het flankerend beleid wind op zee naar latere jaren. Daarnaast heeft een groot aantal overhevelingen naar andere departementen plaatsgevonden (IenW, LNV).
– SDE ++ (€ 8.546,7 mln): dit betreft grotendeels een verplichtingenschuif naar 2025 omdat de openstelling van 2024 naar verwachting voor een groot deel pas begin 2025 verplicht wordt.
– ISDE-regeling (€ 203,4 mln): zie hiervoor de toelichting hieronder bij de uitgavenmutaties.
– Overige subsidies (€ 33,0 mln): zie hiervoor de toelichting hieronder bij de uitgavenmutaties. Het verschil tussen kas- en verplichtingenmutatie wordt veroorzaakt doordat bij de overheveling van budget naar artikel 2 de verplichting volledig in 2024 staat en de kasbetalingen verspreid over drie jaar.
– Opschalingsinstrument waterstof (€ 499 mln): dit betreft grotendeels diverse verplichtingenschuiven naar 2025 en verder omdat verplichtingen voor de regelingen die hieronder vallen voor een groot deel pas na 2024 worden aangegaan.
– IPCEI waterstof (€ 393,9 mln): dit betreft deels een correctie op de budgetten die via de eindejaarsmarge 2023 aan de begroting waren toegevoegd (€ 221,8 mln) en deels de doorwerking van de ombuiging op middelen voor de ontwikkeling van batterijen en groene waterstof zoals in het Hoofdlijnenakkoord geschetst (€ 183,0 mln).
– Warmtenetten investeringssubsidie (WIS) (€ 325,6 mln): dit betreft deels een correctie op eerder onjuist uitgekeerde eindejaarsmarge 2023 (€ 129,6 mln). Daarnaast is er verplichtingenbudget naar latere jaren geschoven omdat de verwachting is dat er dit jaar minder subsidies zullen worden verleend dan eerder was geprognosticeerd.
– Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023 (€ 75,7 mln): zie de toelichting hieronder bij de uitgavenmutaties.
– Tegemoetkoming blokaansluitingen (€ 20,0 mln): zie de toelichting hieronder bij de uitgavenmutaties.
– NGF-project circulaire zonnepanelen (€ 44,0 mln): dit betreft het verplichtingendeel van dit NGF-projectdat doorschuift naar 2025.
– Ondersteuning energiehubs (€ 47,6 mln): de verplichtingen hiervoor zullen pas in 2025 en 2026 worden aangegaan. Met deze mutatie worden deze middelen naar die jaren verschoven.
– Correctieregeling duurzame warmte (€ 19,2 mln): dit betreft een technische correctie op de eindejaarsmarge 2023 van de verplichtingen budgetten die in het voorjaar zijn opgeboekt.
– Projecten kernenergie (€ 140,6 mln): € 76,9 mln hiervan betreft een technische correctie. Het grootste deel van het restant wordt verklaard door diverse verplichtingenschuiven naar latere jaren (€ 64,3 mln).
– Regeling toezicht energiebesparingsplicht (€ 10,9 mln): deze mutatie wordt grotendeels verklaard doordat dit verplichtingenbudget deels wordt ingezet om een tegenvaller elders te dekken (€ 8,1 mln).
Uitgaven
Subsidies
Demonstratieregeling Klimaat- en Energie-innovatie (DEI+)
Een deel van het kasbudget van de DEI+ wordt naar 2025 en verder verschoven vanwege het feit dat er verschillende lopende subsidieprojecten zijn vertraagd. Ook wordt er € 1,5 mln gebruikt om een tekort bij RVO te dekken.
ISDE-regeling (Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing)
In totaal wordt er voor € 208,8 mln aan middelen van 2024 naar latere jaren geschoven voor de ISDE. Dit wordt gedaan om een tekort in latere jaren deels op te kunnen vangen en om de budgetten beter te laten aansluiten op de verwachte uitgaven. Bovendien worden de middelen conform amendement Boswijk (Kamerstuk 36 410 XIII, nr. 18) voor het stimuleren van kleine houten windmolens voor het mkb verdeeld over de jaren t/m 2028.
Verder is er loon- en prijsbijstelling toegevoegd aan de ISDE (€ 10,7 mln). Het restant aan verschil wordt verklaard door enkele budgetmutaties om tekorten bij RVO te dekken (-€ 4,5 mln) en om een stimuleringscampagne (-€ 0,8 mln) op te zetten voor het in gebruik nemen van (hybride) warmtepompen.
Overige subsidies
Er wordt voor € 18,7 mln geschoven naar latere jaren om de middelen voor het flankerend beleid rondom vergassing, effciëntere benutting elektriciteitsnet en Zon op Zee in een juist kasritme te zetten.
Ook is er een overboeking geweest naar artikel 2 van € 10 mln voor 'randvoorwaarden technische arbeidsmarkt', omdat het beleid vanuit dit artikel wordt gefinancierd.Tegenover deze budgetverlagingen staat een terugboeking van € 5 mln van artikel 2 naar artikel 4 die voor Qredits beschikbaar waren gesteld. Deze middelen waren met een amendement (Kamerstuk 36410 XIII, nr. 15) eerder vanuit artikel 4 naar artikel 2 overgeheveld, maar bleken daar uiteindelijk niet nodig omdat hier middelen voor beschikbaar waren gesteld vanuit het Klimaatfonds.
Daarnaast zijn er subsidies losgekoppeld van 'overige subsidies', zie daarvoor «Correctieregeling duurzame warmte» (€ 31,1 mln) en «Efficiëntere benutting elektriciteitsnetten» (€ 21,9 mln). Verder is het budget voor «Zon op Zee» (€ 6,4 mln) losgekoppeld. Dit budget is ook gelijk geschoven naar 2025 en later en komt daarom niet meer terug in de budgettaire tabel van deze begroting.
Tot slot is er € 2,1 mln toegevoegd aan het budget vanuit de loon- en prijsbijstelling en het tekort voor de uitvoering bij RVO met € 0,2 mln gedekt.
Opschalingsinstrument waterstof
In totaal wordt er voor € 368,7 mln aan kasbudget geschoven naar latere jaren, zodat de budgetten in lijn worden gebracht met de verwachte uitgaven. Dit betreft uitgaven voor Hystock (grootschalige ondergrondse opslag van waterstof), uitgaven voor het waterstofnetwerk op zee, de import van groene waterstof en diverse elektrolyse-regelingen (onshore en offshore). Het restant aan mutaties betreft loon- en prijsbijstelling (€ 12,1 mln) en de dekking van tekorten op de RVO-uitvoeringskosten (€ 1,2 mln).
IPCEI waterstof
Middelen voor het Important Project of Common European Interest (IPCEI) waterstof worden naar latere jaren geschoven, dit betreft een totaal van € 441,8 mln. De reden voor de schuif is dat de uitvoering is vertraagd als gevolg van gestegen rentelasten en inflatie. Verder is er loon-prijsbijstelling toegevoegd (€ 11,5 mln) en worden er middelen gebruikt om diverse tekorten te dekken bij onder andere de RVO-uitvoeringskosten (€ 0,7 mln) en het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie (€ 7,5 mln).
Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS)
Een deel van het kasbudget van de WIS komt dit jaar niet tot besteding en wordt naar latere jaren geschoven in verbrand met de intrekking van een project en vertraging in andere lopende projecten. Daarnaast wordt € 2,3 mln gebruikt om een tekort op de RVO-uitvoeringskosten te dekken.
Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023
Een deel van de in 2024 beschikbare middelen voor het tijdelijk prijsplafond (€ 75 mln) wordt geschoven naar 2025 vanwege de verwachting dat eindafrekeningen met energieleveranciers pas in dat jaar zullen plaatsvinden.
Tegemoetkoming blokaansluitingen
Het budget is naar aanleiding van een raming van de Belastingdienst met € 18,7 mln naar beneden bijgesteld. Verder wordt er € 1,3 mln geschoven naar 2025 omdat de Belastingdienst verwacht werkzaamheden rondom nacontroles in dat jaar uit te moeten voeren. Deze worden dan vanuit de KGG-begroting bekostigd.
NGF-project Circulaire zonnepanelen
Dit betreft een NGF-project voor de ontwikkeling en industrialisatie van drie innovatieve zon-pv-technologieën. Het project SolarNL wordt uitgevoerd door een consortium van negen Nederlandse zon-pv-bedrijven, zes universiteiten, NWO-Instituut AMOLF, TNO en vier hogescholen. Hiervoor zullen door RVO maatwerkbeschikkingen worden afgegeven aan de individuele deelnemers van het consortium. De middelen zijn oorspronkelijk in een gelijk kas-verplichtingenritme overgeheveld vanuit het NGF. RVO heeft op basis van de subsidieverzoeken en gesprekken met het consortium een inschatting gemaakt van het benodigde verplichtingen- en kasritme voor de verschillende bedrijven uit het consortium. De totale kasschuif van 2024 naar latere jaren bedraagt € 113,2 mln.
Ondersteuning energiehubs
In totaal wordt circa € 45 mln geschoven naar latere jaren. Dit zijn middelen die oorspronkelijk zijn toegevoegd met een amendement door lid Erkens (Kamerstuk 36410-XIII, nr. 20). Met deze kasschuif blijven deze middelen in latere jaren beschikbaar. Verder is er voor circa € 2,7 mln aan budget overgeheveld naar het RVO-uitvoeringsbudget voor werkzaamheden rondom de Routekaart Netcongestie en de kennisfunctie rondom netcongestie.
Correctieregeling duurzame warmte
Er is een technische correctie geweest waardoor dit budget, dat eerder onder «overige subsidies» viel is losgetrokken om deze apart te presenteren.
Efficiëntere benutting elektriciteitsnetten
Er is een technische correctie geweest waardoor dit budget, dat eerder onder «overige subsidies» viel is losgetrokken om deze apart te presenteren.
Opdrachten
Onderzoek en opdrachten
Het budget voor «Projecten kernenergie» is losgekoppeld van dit budget, dit verklaart een totale mutatie van ‒ € 41,7 mln. Bovendien zijn er budgetten voor kernenergie geschoven (€ 27,4 mln) naar latere jaren om de budgetten beter in lijn te brengen met de verwachte uitgaven. Er zijn verder diverse mutaties geweest waaronder een mutatie om het tekort bij RVO te dekken (-€ 1,4 mln).
Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER)
Het budget voor OER wordt met € 17,3 mln verlaagd, met name door een kasschuif van 2024 naar 2025 en 2026 en een overheveling van budget naar de begroting van IenW als voorfinanciering van de kosten die Rijkswaterstaat moet maken voor de aanleg van een geleiderail bij de A37 die nodig is in verband met de aanleg van een zonnepark daar. Ook is er € 0,8 mln gebruikt om het tekort bij RVO te dekken.
Projecten kernenergie
Er is een technische correctie geweest waardoor dit budget, dat eerder onder «Onderzoek en opdrachten» viel is losgetrokken om deze apart te presenteren.
Bijdrage aan agentschappen
Bijdrage RVO
Met deze suppletoire begroting wordt € 5 mln aan loon- en prijsbijstelling toegevoegd aan dit budget. Bovendien wordt € 30,3 mln toegevoegd aan het budget vanuit beleidsbudgetten om het tekort in 2024 op de uitvoeringskosten op te vangen. Dit tekort is ontstaan doordat de afgelopen jaren veel regelingen zijn toegevoegd aan het opdrachtenpakket van RVO en het beschikbare budget daarmee geen gelijke tred heeft gehouden. Tot slot is er € 1,5 mln toegevoegd aan het budget vanuit het budget voor de ondersteuning van energy hubs voor de Routekaart Netcongestie en de Kennisfunctie rond netcongestie.
Bijdrage aan medeoverheden
Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden
Na de 1e suppletoire begroting hebben budgetmutaties plaatsgevonden waarmee onder andere overboekingen zijn gedaan naar het BTW-compensatiefonds (-€ 29,6 mln), IenW (voor het stimuleren emissieloze mobiliteit (-€ 13 mln) en BZK (-€ 10 mln) voor personeelskosten in de RES-regio's via het Gemeentefonds.
Daarnaast is er loon- en prijsbijstelling toegevoegd (€ 31,8 mln) aan het budget en budget voor een tekort op het het Nationale Programma Energie Strategie (€ 8,6 mln) toegevoegd. Overige mutaties zorgen voor de resterende € 4,5 mln aan verschil, waaronder € 2 mln welke gebruikt is om het tekort bij RVO te dekken.
Ontvangsten
Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie
Er wordt € 113,0 mln extra onttrokken uit de SDE-reserve in 2024. De onttrekking is nodig omdat er enerzijds minder terugontvangsten voor verstrekte voorschotten worden verwacht (€ 41,6 mln) en anderzijds blijken de uitgaven binnen het SDE-domein als gevolg van de gedaalde energieprijzen hoger uit te vallen (€ 71,4 mln).
ETS-ontvangsten
Op basis van de jaarlijkse actualisatie van de ETS-prijzen wordt de raming van de ETS-ontvangsten met € 50 mln naar boven bijgesteld.
Diverse ontvangsten
Een ontvangst voor een lening verschaft door Invest-NL zou oorspronkelijk in de periode 2025-2028 terugbetaald worden. Deze is echter al in 2024 terugbetaald. Vandaar dat er een opwaartse bijstelling is gedaan in de ontvangsten voor 2024 voor € 65,0 mln. Daarnaast is er nog een kleinere opwaartse ontvangstenbijstelling vanuit de NEa gedaan van ongeveer € 0,2 mln.
Ontvangsten tenders Wind op Zee
De bedrijven die de tenders voor de windparken IJmuiden Ver Alpha en Beta hebben gewonnen dienen de kosten die door RVO gemaakt zijn voor de locatieonderzoeken en de MER-rapportages terug te betalen. Voor zowel IJmuiden Ver Alpha als voor IJmuiden Ver Beta gaat het om een eenmalige terugbetaling in 2024 van € 19,8 mln, totaal € 39,7 mln. Daarnaast leveren de windparken tenderopbrengsten op over een periode van 40 jaar, deze opbrengsten bedragen € 21 mln per jaar, deze worden in 2024 voor het eerst ontvangen.