Toelichting
Op dit artikel is ten opzichte van de 2e suppletoire begroting € 15,8 miljoen minder uitgegeven en is voor een bedrag van € 72,9 miljoen minder aan verplichtingen aangegaan.
Verplichtingen
De lagere verplichtingen (- € 72,9 miljoen) hebben met name betrekking op:
– De verplichtingen voor de schadevergoeding Stint (- € 36,4 miljoen) worden niet in 2023 maar in 2024 aangegaan, omdat de regeling is vertraagd.
– De SPUK-regeling Veilig, Slim en Duurzaam (- € 5,1 miljoen). € 3,5 miljoen schuift door naar 2024 vanwege vertraging van de regeling. Daarnaast is abusievelijk € 1,6 miljoen aan verplichtingen gecorrigeerd bij Voorjaarsnota 2023. Deze wordt bij Slotwet afgeboekt.
– Nationaal Groeifonds (- € 4,4 miljoen): bij voorjaarsnota 2023 is ruim 85 miljoen naar de begroting van IenW overgeheveld voor het NGF-project Dutch Metropolitan Innovations (digitale infrastructuur voor het delen en gebruiken van data). Nog niet alle opdrachten zijn uitgewerkt, dus schuift het verplichtingenbudget naar 2024.
– De afronding van het offertetraject voor verzorgingsplaats Kloosters is nog niet afgerond in 2023 en dus schuiven de verplichtingenuitgaven (- € 3,7 miljoen) door naar 2024. Dit bedrag moet uiteindelijk via RWS naar Enexis voor de verzorgingsplaats.
– De aanvragen voor laadinfrastructuur wegvervoer Klimaatfonds (- € 4,0 miljoen). De aanvragen zijn eind 2023 binnengekomen. De beschikkingen en betalingen voor laadinfrastructuur schuiven door naar 2024.
– Saldo subsidies elektrisch vervoer (- € 3,2 miljoen), wat betrekking heeft op drie subsidies elektrisch vervoer: particuliere elektrische auto (SEPP), elektrische bestelauto (SEBA) en de elektrische vrachtauto (Aanzet). De RVO voert deze subsidies uit. Op de SEPP is € 4 miljoen minder verplicht, op de SEBA € 0,2 miljoen minder en op de Aanzet € 1 miljoen meer. Bij Voorjaarsnota 2024 worden deze verplichtingenmutaties weer gecorrigeerd, zodat de verplichtingen over de jaren heen aansluiten op de regelingen.
– Verder hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het verplichtingenbudget per saldo € -16,1 miljoen verlaagd is.
Uitgaven
1 Netwerk
De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht (zie normering in de leeswijzer).
2 Verkeersveiligheid
De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht (zie normering in de leeswijzer).
3 Slimme en duurzame mobiliteit
Opdrachten
De lagere uitgaven (- € 8,5 miljoen) hebben met name betrekking op:
– Laadinfrastructuur wegvervoer Klimaatfonds (- € 4,4 miljoen): Dit bedrag gaat uiteindelijk via RWS naar Enexis voor verzorgingsplaats Kloosters. In 2023 was het offertetraject nog niet afgerond en dus schuiven de verplichtingen en kasuitgaven door naar 2024.
– Opdrachten Nationaal Groeifonds (- €6,9 miljoen): bij voorjaarsnota 2023 is ruim 85 miljoen naar de begroting van IenW overgeheveld voor het NGF-project Dutch Metropolitan Innovations (digitale infrastructuur voor het delen en gebruiken van data). Nog niet alle opdrachten zijn uitgewerkt, dus schuift het uitgavenbudget naar 2024.
– Hogere uitgaven verduurzaming mobiele werktuigen op het opdrachtenbudget Duurzame logistiek (€ 6,4 miljoen).
– Diverse kleine mutaties (- € 3,5 miljoen).
Subsidies
De hogere uitgaven (€ 8,3 miljoen) hebben met name betrekking op:
– Subsidies elektrisch vervoer (€ 10,7 miljoen): de uitgaven voor de subsidies SEPP, SEBA en Aanzet zijn hoger omdat er een hoger bedrag aan facturen is binnengekomen dan geraamd bij Voorjaarsnota 2023.
– Diverse kleine mutaties (- € 2,4 miljoen).
Bijdrage aan medeoverheden
De lagere uitgaven (- € 12,6 miljoen) hebben met name betrekking op:
– Regionale Aanpak Laadinfrastructuur (- €4,0 miljoen): De regeling specifieke uitkering Regionale Aanpak Laadinfrastructuur is laat in 2023 gepubliceerd. Hierdoor zijn aanvragen later binnengekomen en is er minder uitgegeven dan begroot.
– Zero-emissie bussen (- € 8,6 miljoen): Bij de regeling specifieke uitkering zero-emissie bussen zijn minder aanvragen binnengekomen dan verwacht.
– Diverse kleine mutaties (- € 0,063 miljoen).
Verder hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden op de overige instrumenten waardoor het uitgavenbudget op slimme en duurzame mobiliteit per saldo € 3,0 miljoen verlaagd is.
Ontvangsten
De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht (zie normering in de leeswijzer).