Base description which applies to whole site

3.8 Beleidsartikel 11. Studiefinanciering

Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 11 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. ISB, NvW en amendementen)

Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

    

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

 

Verplichtingen

5.221.098

5.323.744

0

‒ 144.886

5.178.858

       

Uitgaven

5.221.098

5.323.744

0

‒ 144.886

5.178.858

waarvan juridisch verplicht

100%

    
       

Inkomensoverdracht

2.137.924

2.383.397

0

‒ 25.000

2.358.397

Basisbeurs gift (R)

840.285

861.592

 

5.000

866.592

Aanvullende beurs gift (R)

674.557

691.913

  

691.913

Reisvoorziening gift (R)

542.961

692.420

 

‒ 10.000

682.420

Caribisch Nederland gift (R)

3.210

3.366

  

3.366

Overige uitgaven (R)

76.911

134.106

 

‒ 20.000

114.106

Leningen

2.965.119

2.811.665

0

‒ 115.000

2.696.665

Basisbeurs prestatiebeurs (NR)

‒ 608.035

‒ 556.199

‒ 66.066

‒ 20.000

‒ 642.265

Aanvullende beurs prestatiebeurs (NR)

115.192

100.399

9.845

5.000

115.244

Reisvoorziening (NR)

98.339

130.999

 

20.000

150.999

Rentedragende lening (NR)

2.924.417

2.741.301

49.734

‒ 100.000

2.691.035

Collegegeldkrediet (NR)

353.529

321.568

5.834

‒ 25.000

302.402

Leven lang leren krediet (NR)

45.000

36.000

653

‒ 5.000

31.653

Overige uitgaven (NR)

36.677

37.597

 

10.000

47.597

Bijdrage aan agentschappen

118.055

128.682

0

‒ 4.886

123.796

Dienst Uitvoering Onderwijs

118.055

128.682

 

‒ 4.886

123.796

       

Ontvangsten

936.149

945.676

0

80.000

1.025.676

Ontvangsten (R)

139.535

95.705

0

5.000

100.705

 

Ontvangen rente (R)

89.518

59.204

 

5.000

64.204

 

Overige ontvangsten (R)

50.017

36.501

  

36.501

Ontvangsten (NR)

796.614

849.971

0

75.000

924.971

 

Terugontvangen hoofdsom (NR)

796.614

849.971

 

75.000

924.971

Toelichting: R = relevant, NR = niet-relevant

In de kolom «Mutaties tweede suppletoire begroting 2020» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand eerste suppletoire begroting 2020» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting

Het onderscheid relevant en niet-relevant is in onderstaande toelichting als uitgangspunt genomen. Relevant betekent relevant voor het begrotingstekort/EMU-saldo. De relevante uitgaven worden hoofdzakelijk gevormd door studiefinanciering die meteen als gift wordt toegekend en door de omzetting van uitgekeerde prestatiebeurs in gift (na behalen van het diploma binnen 10 jaar). Onder de niet-relevante uitgaven vallen vooral de betalingen van prestatiebeurzen (zolang die nog niet omgezet zijn in een gift) en verstrekte rentedragende leningen.

De relevante ontvangsten worden vooral gevormd door de ontvangen rente op verstrekte studieleningen. De niet-relevante ontvangsten betreffen hoofdzakelijk aflossingen op de hoofdsom van rentedragende leningen.

Verplichtingen

De totale verplichtingen op artikel 11 (Studiefinanciering) worden met € 144,9 miljoen naar beneden bijgesteld. Het betreft een bijstelling omlaag van de inkomensoverdrachten van € 25,0 miljoen, een bijstelling omlaag van de leningen met € 115,0 miljoen en een bijstelling omlaag van het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) met € 4,9 miljoen. Bij artikel 11 zijn de verplichtingen gelijk aan de uitgaven. De onderstaande toelichting bij de uitgaven geldt dus ook voor de verplichtingen. Hieronder wordt per instrument toegelicht hoe de bijstellingen tot stand zijn gekomen.

Uitgaven

Toelichting per instrument:

Inkomensoverdrachten

De relevante uitgaven worden met € 25,0 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit bestaat uit de volgende elementen:

  • de basisbeurs wordt per saldo met € 5,0 miljoen verhoogd. Dit betreft enerzijds een bijstelling omhoog van € 10,0 miljoen op de omzettingen. Anderzijds zijn de uitgaven aan basisbeurs die direct als gift uitgekeerd worden met € 5,0 miljoen naar beneden bijgesteld;

  • de reisvoorziening wordt per saldo met €10,0 miljoen verlaagd. Hier liggen twee mutaties aan ten grondslag:

    • de omzettingen van prestatiebeurs in gift zijn per saldo met € 10,0 miljoen naar boven bijgesteld op basis van de reeds bekende realisatiegegevens;

    • de bijdrage studerenden aan ov is met € 20,0 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit betreft een tegenboeking waarmee voorkomen wordt dat de waarde van de ov-kaart dubbel geboekt wordt (enerzijds door toekenning aan de student, anderzijds door de betaling aan de ov-bedrijven). Doordat het een tegenboeking betreft, betekent deze negatieve mutatie dus eigenlijk een hoger bedrag aan toekenningen. Dit wordt veroorzaakt door hogere realisatiecijfers dan geraamd; 

  • de relevante overige uitgaven worden per saldo met € 20,0 miljoen verlaagd op basis van de reeds bekende realisatiegegevens.

Leningen

De niet-relevante uitgaven worden per saldo met € 115,0 miljoen verlaagd. Dit bestaat uit de volgende onderdelen:

  • bij Voorjaarsnota 2020 is het gehele bedrag dat is toegekend aan lpo voor het instrument leningen geboekt op de post Basisbeurs prestatiebeurs (NR). Bij Miljoenennota is dit gecorrigeerd en is het bedrag aan lpo verdeeld over de verschillende posten onder het instrument leningen;

  • de niet-relevante uitgaven aan de basisbeurs worden met € 20,0 miljoen omlaag bijgesteld. Dit betreft allereerst de toekenningen prestatiebeurs. Deze worden omlaag bijgesteld met € 10,0 miljoen als gevolg van de reeds bekende realisatie. Tevens bevat deze post de tegenboeking van de relevante omzettingen van prestatiebeurs in gift;

  • de niet-relevante uitgaven aanvullende beurs zijn met € 5,0 miljoen naar boven bijgesteld als gevolg van de reeds bekende realisatie;

  • de niet-relevante uitgaven aan het ov worden met € 20,0 miljoen naar boven bijgesteld. Het betreft enerzijds een verhoging van de reisvoorziening met € 20,0 miljoen omdat er meer reisvoorziening aan studenten is toegekend dan is geraamd. Deze post bevat anderzijds ook de tegenboekingen van de relevante posten Bijdrage studerenden aan ov en Reisvoorziening omzetting naar gift;

  • de uitgaven op de post rentedragende lening (NR) zijn naar beneden bijgesteld met € 100,0 miljoen. Uit de realisatiegegevens tot en met juli 2020 blijkt dat de stijgende trend in de leenbedragen van de afgelopen jaren dit jaar kleiner is dan geraamd;

  • de uitgaven aan het collegegeldkrediet zijn verlaagd met € 25,0 miljoen als gevolg van de reeds bekende realisatie;

  • het budget voor het levenlanglerenkrediet wordt met € 5,0 miljoen omlaag bijgesteld op basis van realisatiegegevens;

  • niet-relevante overige uitgaven worden met € 10,0 miljoen naar boven bijgesteld. Dit betreft de tegenboeking op de post overige uitgaven (R).

Bijdrage aan agentschappen

Het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) wordt per saldo met € 4,9 miljoen verlaagd. De uitgaven aan DUO worden met € 0,7 miljoen verhoogd doordat DUO grotere aantallen studenten en debiteuren verwerkt. Daarnaast zijn de uitvoeringskosten van de ‘tijdelijke regeling tegemoetkoming studenten in verband met de uitbraak van COVID-19’ € 5,5 miljoen lager in 2020. Verwacht wordt dat deze middelen in 2021 benodigd zullen zijn.

Ontvangsten

Het ontvangstenbudget wordt met € 80,0 miljoen verhoogd.

  • De relevante ontvangsten worden omhoog bijgesteld met € 5,0 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door hogere rente ontvangsten op basis van de reeds bekende realisatie.

  • De niet-relevante ontvangsten worden omhoog bijgesteld met € 75,0 miljoen, op basis van realisatiegegevens blijkt dat er een hoger bedrag aan lening is terugbetaald.

Licence